 Men waande zich in Wenen op het Nieuwjaarsconcert….want plotseling waren daar tijdens het zingen van de ‘Liebesliederwalzer – op. 52’, de ballerina’s van balletschool ‘Geraldine’ uit Rosmalen, die op een zeer elegante wijze een dimensie extra gaven aan de toch al feërieke stemming die Brahms in ¾ maat nu eenmaal oproept. Het moet gezegd worden dat Geraldine van de Griend die tekende voor de choreografie er buitengewoon goed in geslaagd was om de muzikale lijnen in overeenstemming te brengen met de bewegingen en danspatronen die ze haar pupillen liet uitvoeren. Dat de Kapucijnerkerk daar natuurlijk niet geschikt voor is, want het voltallige publiek wilde ook wel eens wat zien (!)….deed daar niets aan af. Gelukkig liet ze haar fraai uitgedoste danseressen vaak gebruik maken van de lange gangpaden tussen de kerkbanken, zodat het visuele aspect toch nog enigszins tot zijn recht kwam. Heel fraai was de versmelting van dans en muziek in nr. 6: ‘Ein kleiner, hübscher Vogel’, waar de balletgroep terug was gebracht tot slechts vier ballerina’s. Wat een vondst van de choreografe om de danseressen weer als een ‘golf’ te laten verdwijnen in het prachtige nr. 14, ‘Sieh, wie ist die Welle klar’.  Spaanse dansen als tussendoortjes… Na de eerste sessie speelden de beide pianistes, Elena Yefanova en Marlous Nypels drie deeltjes uit de Spaanse Dansen op. 12 voor piano a quatre mains van Moritz Moszkovski. Hoewel deze dansen door dit dames-duo voorbeeldig werden gespeeld had ik liever (om geheel in de stijl te blijven van Johannes Brahms) enkele van diens Hongaarse Dansen gehoord. De Neue Liebesliederwalzer op. 65 hoor je niet zo vaak.... Als laatste werk van het doorlopende concert zonder pauze stonden de ‘Neue Liebesliederwalzer op. 65’ geprogrammeerd. Deze vijftien ‘Neue Liebesliederwalzer’ werden enige jaren later (in 1874) door Brahms gepubliceerd. Brahms arrangeerde deze ‘walsen’ iets meer voor separate solostemmen of duocombinaties. De cyclus wordt minder vaak uitgevoerd dan de eerste serie ‘Liebeslieder op. 52’. Op het eerste gehoor klinken ze iets compacter, terwijl de melodielijnen ook korter in het geheugen achterblijven. De pittige pianobegeleiding voor 4 handen werd degelijk maar ook transparant door de beide pianistes gespeeld. De harmonische pianoklank is onontbeerlijk om tot een succesvolle uitvoering van deze werken te kunnen komen en dat was hier bij deze uitvoering ook zeker het geval. Paul van Gulick had bij zijn tempokeuzes iets minder mogelijkheden om daarin te variëren, anders zou het voor de jeugdige ballerina’s wel heel lastig zijn geworden om hun bewegingen met de muziek synchroon te laten lopen. Prachtig was ook nr. 9 met zijn lastige chromatische afstanden (‘Nagen am Herzen fühl ich ein Gift mir’ ) Vanwege de overakoestiek en de verrassend hoge temperatuur in de kerk waren er soms wat problemen met de intonatie, maar die stonden een succesvolle afloop van dit concert zeker niet in de weg!
Het was ook niet de eerste keer dat het enthousiast zingende Jeroen Bosch Koor de ‘Liebesliederwalzer op. 52’ van Brahms uitvoerde; al enige decennia geleden stond deze cyclus op de toenmalige lessenaar van oud-dirigent Frans van Schendel met medewerking van de pianisten Jos Wielakker en Peter van Korlaar (de schrijver van dit artikel….) Ballet en Brahms, alhoewel de grote meester een voorliefde had voor de 'Weense Wals' kon hij zelf niet dansen. In ieder geval zagen we hier een verrassende combinatie, en zeker voor herhaling vatbaar! (PvK - juli 2012) |